Het Brusk museum
In de schijnwerpers van nationale faam jaagt het huidige beleid een nobel streven na met het Brusk Musea project, maar de harde feiten onthullen een financiële nachtmerrie die op de loer ligt. De bouw van dit ambitieuze project, dat al begonnen is met een financiële kater door onvoorziene meerkosten, dreigt een voortdurende last te worden voor de Brugse belastingbetalers.
Er is berekend dat de jaarlijkse kosten van het project maar liefst 11,8 miljoen euro zullen bedragen, terwijl de jaarlijkse ontvangsten slechts 4,8 miljoen euro bedragen. Een schokkend verschil van 7 miljoen euro, dat elk jaar moet worden opgevangen door de Brugse belastingbetaler.
Het schepencollege geeft onomwonden toe dat "dergelijke musea nooit winstgevend zijn" tijdens de gemeenteraad op 27 november 2023.
Het openingsjaar en het jaar 2030 worden gezien als de twee piekmomenten voor het project. Echter, deze piekmomenten moeten buitengewoon succesvol zijn om de verliezen van voorgaande jaren te compenseren en zelfs maar tot een break-evenpunt te komen. Een zware last die wordt doorgeschoven naar de volgende legislatuur en de Brugse belastingbetaler, laat ons dan maar hopen dat er geen dure reparaties nodig zijn door mogelijke minderwaardige afwerkingen.
De realiteitszin dringt door wanneer men de cijfers onder ogen ziet. Het project lijkt een zware financiële last te worden, waar men verwacht dat de Brugse belastingbetalers klaar staan om deze last te dragen.
De vraag blijft echter hangen: is de prijs van nationale faam het waard, of wordt dit een harde les in de werkelijkheid van financiële verantwoordelijkheid?
Reactie plaatsen
Reacties